Op deze vroege zondagochtend stapte ik in wielertenue op mijn racefiets. Al gauw haalde ik een fietsende man op hoge leeftijd in. Hij uitte zijn verbazing over de snelheid van mijn inhaalmanoeuvre. “Jij fietst er nogal lekker overheen” gaf hij me na. Waaraan hij, nog harder, toevoegde: “Jeugd”. En daar bedoelde hij mij mee. De man wist niet half hoe gelukkig hij me maakte.
Tja, het leeftijdsverschil tussen hem en mij bedroeg meer dan 25 jaar. In mijn voordeel. Of mag ik dat zo niet stellen? Als je midden 50 bent word je zelden nog nageroepen. Laat staan nagefloten. Oké, een bouwvakker met een oogafwijking wil zich nog wel eens vergissen. Ik concludeer echter dat mijn rozenknopjaren achter mij liggen. Ik heb ze goed besteed!
Ik heb lang gemeend dat jeugdigheid alleen iets te maken heeft met je paspoortleeftijd. Dat is niet zo. Het heeft vooral veel te maken met hoe je in het leven staat en hoe je je dagen vult.
Ik heb het voorrecht om in mijn werk als trouwambtenaar veel gesprekken te voeren met jonge mensen. Mensen die op het punt staan JA te zeggen tegen elkaar. Mensen die in de gloriejaren van hun leven zitten. Want dát zijn toch je topjaren: als je jong en verliefd bent en vooral ook als je zeker meent te weten dat dit altijd zo zal blijven.
Ik luister altijd met aandacht naar wat de huwelijkspartners me vertellen over het verloop van hun leven. Over verliefd zijn, over vriendschappen, over het nest waarin ze zijn geboren en vooral over hun leven samen en de verwachtingen die ze daarbij uitspreken. ‘Vol verwachting klopt hun hart’ en ook dat van mij. Want wat is het heerlijk om bij jonge mensen die gretigheid te zien, dat reikhalzend uitkijken naar wat het leven nog voor hen in petto heeft. Ik herken mezelf in hen, wetende dat het leven grotendeels nog over hen heen zal gaan. Dat zij van tijd tot tijd in het licht zullen staan en met enige regelmaat ook in de schaduw.“Youth, a foolish age” hoorde ik onlangs een 85-jarige zeggen. Ik weet niet of ik jeugd zo ‘foolish’ vind. Eerlijk gezegd… wat zou ik graag nog een beetje ‘foolish’ willen zijn. Misschien dat die man op de fiets, die mij ‘jeugd’ nariep iets in mij zag dat ik zelf meende al een beetje kwijt te zijn.
Ik schakel nog snel een tandje bij……
Geef een reactie